Overheidsaansprakelijkheid en normaal maatschappelijk risico

Ondernemers lijden soms schade als gevolg van overheidshandelen. De wet kent op een aantal plaatsen een regeling voor een mogelijke schadeloosstelling of een tegemoetkoming in de schade. Daarbij valt te denken aan de planschade. Grofweg gezegd is dat schade als gevolg van de wijziging van een bestemmingsplan. Daarnaast bestaat nadeelcompensatie voor schade als gevolg van ander rechtmatig overheidsoptreden.

Tegelijkertijd heeft de burger-ondernemer nog steeds de mogelijkheid om de overheid te dagvaarden voor de civiele rechter om via het burgerlijk recht een schadevergoeding te verkrijgen.

Daarbij valt op dat blijkens recente jurisprudentie de burgerlijke rechter ook rekening houdt met het fenomeen normaal maatschappelijk risico.

In het bestuursrecht (bijvoorbeeld planschade en nadeelcompensatie) komt het geregeld voor dat niet de volledige schade wordt vergoed omdat de bestuursrechter van oordeel is dat de verzoeker om schadevergoeding een bepaald normaal maatschappelijk risico draagt.

Voor wat betreft een uitspraak van de civiele rechter wordt verwezen naar de volgende uitspraken van 13 februari 2013 (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ2051) en van 13 november 2013 van dezelfde rechter http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2013:15364).

Waar ging het in die zaken om? Een wormenkweker werd in maart 2003 plotseling geconfronteerd met een verbod tot het vervoederen van swill aan de door hem gehouden wormen.

Dat verbod werd later, in 2005, opgeheven omdat swill voeren toch wel zou mogen volgens het Ministerie en in 2007 werd het verbod opnieuw ingesteld.

De Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State oordeelde in 2008 (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RVS:2008:BG8266) dat dit verbod ten onrechte was aangezien swill wel geleverd mag worden ter vervoedering aan wormen. De Afdeling oordeelde dat de betreffende wormen als visaas dienen. Daarmee werd dus mede bedoeld dat zij niet in de menselijke voedselketen terecht komen.

Vervolgens heeft de ondernemer een schadeclaim ingediend bij de Staat als gevolg van het feit dat hij schade heeft geleden over beide genoemde perioden in verband met het feit dat de betreffende swill niet vervoederd mocht worden aan de wormen.

De Rechtbank acht de Staat blijkens de eerstgenoemde uitspraak aansprakelijk voor de schade niet alleen over de periode na 2007, toen het verbod ten onrechte opnieuw werd ingesteld, maar ook voor de periode 2003 tot 2007.

Vervolgens is de Rechtbank in de tweede uitspraak van 21 november 2013 ingegaan op de omvang van de schade waarvoor de Staat aansprakelijk is.

In de uitspraak worden een flink aantal schadeposten door de Rechtbank doorgenomen.

Het bijzondere in de uitspraak is dat de Rechtbank aanleiding ziet om een aftrek toe te passen in verband met “normaal bedrijfsrisico” voor zover de grondslag voor de aansprakelijkheid van de Staat is gebaseerd op het beginsel van gelijkheid voor de openbare lasten. Die aansprakelijkheidsgrond is opgeworpen namens de ondernemer voor de periode 2003 tot 2007. De Rechtbank acht het redelijk om met betrekking tot deze periode een aftrek wegens normaal bedrijfsrisico toe te passen van 10%.

In feite is hier dus sprake van een situatie waarbij de civiele rechter niet de volledige schade vergoedt maar een aftrekpost reëel acht in verband met normaal maatschappelijk risico op vergelijkbare wijze als bij nadeelcompensatie.

Dit betekent derhalve dat in de situatie welke hierboven beschreven wordt, te weten het vorderen van een schadevergoeding bij de civiele rechter op grond van ieders gelijkheid voor de openbare lasten (het zogenaamde egalité-beginsel), ook een aftrek kan worden toegepast.

Met gelijkheid voor de openbare lasten wordt bedoeld dat het aanzienlijke nadeel dat de overheid bij een individuele burger veroorzaakt niet ten laste van die burger mag komen als de overheidsmaatregel in het kader van het algemeen belang nodig is.

Deze aftrekpost geldt niet in situaties waarin volgens de rechter de overheid in strijd met de wet- en regelgeving heeft gehandeld. Dan behartigt de overheid niet het algemeen belang.

Charles van Mierlo
GVK Advocaten Zwolle