Agrarische waarde van landbouwbedrijven

“Wat is agrarische waarde?” is een ogenschijnlijk simpele vraag die door verschillende deskundigen verschillend wordt beantwoord.

Wij hebben hier nogal eens mee te maken bij de interpretatie van maatschapsovereenkomsten waarbij aan de beoogd bedrijfsopvolger het recht wordt vergund om de tot de maatschap behorende activa voor de agrarische waarde te mogen overnemen.

Inmiddels hebben wij meerdere zaken in behandeling waarbij tussen (de erfgenamen van) de uitgetreden vennoot en de bedrijfsopvolger een geschil is ontstaan over onder meer de uitleg van het begrip ‘agrarische waarde’.

(Erfgenamen van) de uitgetreden vennoot bepleiten dan dat onder ‘agrarische waarde’ de waarde van onroerende zaken moet worden verstaan in het vrije economische verkeer bij agrarische bestemming. In wezen gaat het dan dus om de vrije onderhandse verkoopwaarde van agrarische cultuurgronden, waarbij alleen een eventueel niet-agrarische verwachtingswaarde ‘buiten de deur’ wordt gehouden.

Complicatie bij de uitleg van het begrip ‘agrarische waarde’ is onder meer dat deze in de loop van de tijd niet hetzelfde is gebleven.

Volgens een uitspraak van de Hoge Raad in 2004 dient het begrip ‘agrarische waarde’ in een maatschap waarin een melkrundveebedrijf werd geëxploiteerd te worden gelijkgesteld met de waarde die de bedrijfsopvolger, rekening houdend met zijn maximale leencapaciteit bij de bank, ten hoogste kan betalen, teneinde daarnaast het bedrijf nog juist lonend te kunnen blijven exploiteren. Het gaat dan dus om de zgn. going concern-waarde. In het betreffende geval waren de vennoten de maatschapsovereenkomst in 1976 met elkaar aangegaan en werd deze in 1991 met het overlijden van vader ontbonden.

In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw waren evenwel een aantal belastingresoluties van kracht op basis waarvan de agrarische waarde van landbouwgronden gelijk mocht worden gesteld met de waarde in verpachte staat. Wanneer de erfgenamen bij hun successieaangifte met een beroep op deze resoluties de waarde van het maatschapsaandeel van de overleden ouder in verpachte staat opgaven, zijn die erfgenamen daaraan ook in hun onderlinge verhouding gebonden; dus ook ten opzichte van de bedrijfsopvolger wanneer deze één van de erfgenamen is. In die gevallen geldt dus dat de agrarische waarde met de waarde in verpachte staat moet worden gelijkgesteld.

Zoals bij de inleiding van dit artikel al gezegd, laat de vraag ‘wat is agrarische waarde?’ zich niet eenvoudig beantwoorden.

Marten van Eerten
GVK Advocaten Zwolle