Maskering complexwaarde

De overheid heeft op de grondmarkt twee petten op. Met de ene pet op worden planologische beleidsplannen naar buiten gebracht en met de andere pet begeeft de overheid zich op de grondmarkt. Het is duidelijk dat er een spanningsveld bestaat tussen die twee petten. Plannen kunnen zodanig worden ingericht dat de overheid bij de grondverwerving voor een dubbeltje op de eerste rang komt te zitten. Dat de overheid soms bezwijkt voor die verleiding kwam onlangs aan het licht in de provincie Utrecht. De gemeente Utrecht werkte in 2008/2009 aan een structuurvisie voor het woongebied Rijnenburg en betrok daarbij ook de zogenaamde RodS-gebieden (recreatieve groengebieden rondom de stad Utrecht). In de concept structuurvisie voor het woongebied Rijnenburg van de gemeente Utrecht zouden de woonbestemmingen en groene RodS bestemmingen als één geďntegreerd geheel in exploitatie worden gebracht. Op het laatste nippertje realiseerde de gemeente Utrecht zich dat die verweving tussen rode en groene bestemmingen zou leiden tot een hoge complexwaarde van de groene gebieden. Met andere woorden: de verwerving door aankoop of onteigening van de gronden in de groene gebieden zou plaats moeten gaan vinden tegen de complexwaarde. De complexwaarde is een eenheidsprijs waarbij waarde van de grond in onrendabele groene gebieden wordt geëgaliseerd met de waarde van de bouwgrond in de rendabele gebieden.

Om het bestaan van één complex te maskeren kwamen de provincie Utrecht en de gemeente Utrecht in een convenant overeen dat het zgn. RodS-gebied enerzijds en het woongebied Rijnenburg anderzijds langs gescheiden sporen zullen worden ontwikkeld in twee complexen en onder opdrachtgeverschap van respectievelijk de provincie en de gemeente. Volgens het convenant moeten partijen in nauwe samenwerking beide complexen echter wel op elkaar laten aansluiten. Daarentegen moeten partijen “in het licht van de complexwaarde discussie” naar buiten gescheiden sporen uitdragen in een gecoördineerde en doordachte communicatie strategie. Het behoeft geen nader betoog dat grondeigenaren in de RodS-gebieden door deze strategie worden benadeeld en de grondeigenaren in de woongebieden worden bevoordeeld.

Kees van Schaik
GVK Advocaten Zwolle