Haperende melkrobots

De betrouwbaarheid is bij de meeste melkrobots is de laatste jaren flink toegenomen maar zo af en toe meldt zich een veehouder waar de robot het al langere tijd laat afweten. Instabiliteit van de software, slechte tussenreiniging, trage aansluiting, onjuiste koeherkenning, ondeskundig onderhoud e.d., kunnen dramatische gevolgen hebben voor de uiergezondheid, de melkproductie, vruchtbaarheid, enz. en – niet in de laatste plaats – leiden tot grote stress bij de melkveehouder.

Binnen de schadecomponenten die door de veehouder worden geleden kan men een onderscheid maken tussen directe schade, bijvoorbeeld slechte uiergezondheid, en indirecte of gevolgschade, zoals productiedaling.

Omdat iedereen die schade lijdt gehouden is om die schade te beperken, kunnen we ook de kosten die voortvloeien uit de noodzaak om extra dieren aan te houden om het quotum vol te krijgen als gevolgschade aanmerken. Als de gebrekkige werking langere tijd aanhoudt kan de totale schade behoorlijk oplopen en zelfs het voortbestaan van het bedrijf bedreigen. Verhaal van gevolgschade op de leverancier van de robot is niet eenvoudig omdat leveranciers vrijwel altijd algemene voorwaarden hanteren waarin de aansprakelijkheid voor indirecte- of gevolgschade volledig is uitgesloten.

De leverancier kan zich niet op zijn algemene voorwaarden beroepen als hem opzet of grove schuld kan worden verweten. Grove schuld is niet eenvoudig hard te maken, juridisch advies door een advocaat met kennis van de melkveehouderij is daarvoor cruciaal.
Omdat bijvoorbeeld een hoog celgetal ook andere oorzaken kan hebben is niet altijd direct duidelijk dat de melkrobot de oorzaak is van de slechte uiergezondheid.

Verhaal van schade op de leverancier is slechts mogelijk indien de leverancier “binnen bekwame tijd” na ontdekking van de schadeoorzaak schriftelijk (b.v. per mail) in kennis is gesteld dat de robot niet goed functioneert. Een telefonische melding volstaat niet. Na die ingebrekestelling moet er in principe binnen twee jaar een rechtsvordering worden ingesteld bij een rechtbank of een arbitragecommissie tot verhaal van de schade, daarna is de vordering verjaard.

Groot probleem bij melkrobots is de algehele afhankelijkheid van de expertise van de leverancier. Die gedwongen winkelnering resulteert in dure onderhoudscontracten met allerhande nadelige clausules. Bedenk daarbij ook dat verhaal van schade op de leverancier onmogelijk wordt zodra je een derde aan de haperende robot laat “sleutelen”.

Kees van Schaik
GVK Advocaten Zwolle