Fosfaatrecht en onrechtmatig besluit

Het CBb heeft inmiddels honderden uitspraken gedaan in beroepen van melkveehouders die van mening zijn dat hen te weinig fosfaatrechten zijn toegekend of die een beroep doen op een individuele disproportionele last. In sommige gevallen is het beroep wel succesvol gebleken en is het besluit vernietigd en zijn er alsnog in 2021 meer fosfaatrechten toegekend. Hoe zit het dan met de schade die de melkveehouder heeft geleden over de periode vanaf de invoering in 2018 tot toewijzing van meer rechten in 2021?

Als het besluit door de rechter wordt vernietigd, dan staat vast dat het overheidsorgaan, dus RVO, onrechtmatig heeft gehandeld. Maar om in aanmerking te komen voor de schadevergoeding moet aan meer eisen worden voldaan. De wettelijke eis van schuld bij de overheid is in beginsel gegeven. Soms kan mogelijk eigen schuld spelen bij de gedupeerde veehouder, omdat hij relevante informatie pas in een heel laat stadium ter beschikking heeft gesteld. Verder moet de veehouder aantonen dat de door hem geclaimde schade het gevolg is van het foutieve overheidsbesluit en dus niet een andere oorzaak heeft. Zo zal het doorgaans makkelijk zijn om aan te tonen dat bijvoorbeeld gederfde melkopbrengsten het gevolg zijn van een te laag toegekend aantal fosfaatrechten. Wordt het verweer dat de boer dit had kunnen oplossen door fosfaatrechten te leasen, dan zijn de leasekosten een schadepost waarop aanspraak kan worden gemaakt. Onthoud dus dat de geclaimde schade moet zijn te wijten aan het niet toekennen van voldoende rechten. Daarnaast kunnen nog geclaimd worden de zogenaamde buitengerechtelijke kosten, dus redelijke kosten die gemaakt zijn om ervoor te zorgen dat de schade vergoed wordt voorafgaand of ter voorkoming van een procedure.

Tot slot wordt nog gewezen op de zogenaamde immateriële schade wegens langdurige onzekerheid. Het uitgangspunt is dat de bezwaarfase bij RVO en de beroepsfase bij het CBb samen niet langer duren dan twee jaar. Voor bezwaar geldt een termijn van ten hoogste een half jaar en voor de behandeling in beroep ten hoogste 1,5 jaar. Wordt deze termijn overschreden, dan heb je recht op een schadevergoeding van € 500,- per half jaar dat de termijn is overschreden, waarbij het totaal van de overschrijding naar boven wordt afgerond.

Voor meer informatie kun je contact opnemen met Charles van Mierlo op telefoonnummer 085-2105750 of via e-mail jtamvanmierlo@gvk-advocaten.nl