Archeologie en planschade

In nieuwe bestemmingsplannen moeten gemeentebesturen rekening houden met het aspect archeologie. Archeologische waarden, welke in een gebied aanwezig kunnen zijn, moeten ook planologisch worden beschermd. Een en ander kan bijvoorbeeld betekenen dat initiatiefnemers van  bouwprojecten archeologisch onderzoek zullen moeten doen op hun eigen kosten. De vraag luidt of eigenaren van cultuurgrond, welke wordt aangewezen als gebied met (hoge) archeologische waarden, in aanmerking kunnen komen voor een planschadevergoeding in verband met waardevermindering. Dat laatste speelt mogelijk nog meer wanneer bouwblokken archeologische waarden zouden genieten. De aanwijzing tot gebied met archeologische waarden leidt tot beperkingen welke in het verleden niet bestonden. Gedacht kan worden aan activiteiten als diepploegen, egaliseren, het aanleggen of vernieuwen van drainages, het creëren van een ontheffingsplicht voor bouwen op het bouwblok in combinatie met een mogelijk archeologisch onderzoek. De Wet ruimtelijke ordening kent de regeling van de planschade welke inhoudt dat men in bepaalde situatie als eigenaar recht heeft op een tegemoetkoming in de schade.

Een aanwijzing van gebieden met (hoge) archeologische waarden, terwijl dit niet stond in het voorafgaande bestemmingsplan, kan leiden tot waardevermindering van de betreffende percelen. Dat geldt voor zowel bouwpercelen als voor cultuurgrond. Bij bouwpercelen moet er natuurlijk wel sprake zijn van een nog (lang) niet volgebouwd bouwblok. Grondeigenaren en grondgebruikers doen er dus goed aan om bij nieuwe bestemmingsplannen voor het buitengebied ook op het aspect archeologie te letten. Bij die bestemmingsplannen welke nu reeds in werking zijn getreden en waarbij in de oude situatie geen beperkingen werden opgelegd in verband met archeologie kan het in een aantal situatie mogelijk zijn om een planschadeclaim bij het College van B&W in te dienen.

Overigens zien we in de laatste tijd ook andere gebruiksbeperkingen in bestemmingsplannen welke in het verleden niet voorkwamen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan bescherming van natuurwaarden als gevolg van de aanwijzing van Natura2000 gebieden. Deze beperkingen staan soms rechtstreeks in bestemmingsplannen. Ook dan kan waardevermindering aan de orde zijn.

Charles van Mierlo
GVK Advocaten Zwolle