Einde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd: aanzeggen!

Een arbeidsovereenkomst die voor bepaalde tijd wordt aangegaan eindigt door het verstrijken van de overeengekomen tijdsduur. De overeenkomst hoeft niet te worden opgezegd.

Wel moet een werkgever uiterlijk een maand voor de einddatum aan de werknemer laten weten of hij de arbeidsovereenkomst na het verstrijken van de bepaalde tijd voortzet of dat hij geen voortzetting wil.

Dit is de aanzegverplichting. 

Deze verplichting bestaat alleen als de bepaalde tijd ze maanden of langer is.

Als de werkgever deze aanzegverplichting niet nakomt is hij een vergoeding gelijk aan een maandsalaris aan de werknemer verschuldigd.

In de regel is het geen probleem als de werkgever de arbeidsovereenkomst voortzet en hij dat niet tijdig aan de werknemer heeft aangezegd. Hoewel de werknemer ook dan recht heeft op de vergoeding zal een werknemer die in dienst kan blijven zijn werkgever daar niet op aanspreken.

Anders ligt het als een arbeidsovereenkomst niet wordt voortgezet. Uiterlijk één maand voor de einddatum moet de werkgever dan aan de werknemer aanzeggen dat de arbeidsovereenkomst niet zal worden voortgezet. De wet zegt dat dit schriftelijk moet gebeuren. Een aanzegging per

e-mail of Whatsapp of sms is ook aan te merken als een schriftelijke aanzegging. 

De aanzegging moet wel schriftelijk plaatsvinden. Als de aanzegging mondeling wordt gedaan en de werknemer ook erkent dat die aanzegging mondeling is gedaan en hij bijvoorbeeld zelfs ook direct is gaan solliciteren en aansluitend een andere baan vindt dan nog is de mondelinge aanzegging geen rechtsgeldige aanzegging. Er is immers niet voldaan aan het wettelijk vereiste van schriftelijk aanzeggen. 

Lagere rechters gaan er onder die omstandigheden soms wel vanuit dat de werknemer geen aanspraak heeft op de betaling van de vergoeding en de werkgever met de mondelinge aanzegging heeft kunnen volstaan. 

Er is op dit moment echter een procedure aanhangig bij de Hoge Raad waarin de genoemde omstandigheden een rol spelen. In zijn advies aan de Hoge Raad is de Procureur-Generaal duidelijk. De aanzegging moet altijd schriftelijk gebeuren.

Dus ook als de werknemer erkent dat de aanzegging mondeling heeft plaats gevonden en de werknemer geen nadeel heeft ondervonden, omdat hij aansluitend in een andere baan is begonnen. De Hoge Raad zal over enige tijd een beslissing over dit geschil nemen. De verwachting is dat de Hoge Raad het advies van de Procureur-Generaal zal volgen en dat dus onder alle omstandigheden een schriftelijke aanzegging vereist is. 

Het is mogelijk om in de tekst van de  overeenkomst voor bepaalde tijd de aanzegging direct op te nemen. Voor een werkgever is dat veelal geen oplossing , omdat de werknemer daardoor mogelijk niet echt gemotiveerd is om zijn werkzaamheden goed te verrichten en zo een kans te maken op een voortzetting van de overeenkomst. 

Zodra de Hoge Raad heeft beslist zal de uitspraak op onze website worden gemeld. Het advies is nu reeds om altijd tijdig een schriftelijke aanzegging te doen aan de werknemer.