Dealer aansprakelijk voor slecht onderhoud aan melkrobot

De rechtbank
Gelderland, locatie Zutphen, oordeelde op 5 december 2018 dat een
landbouwmechanisatiebedrijf op diverse punten steken heeft laten vallen bij het
installeren van een melkrobot en het verrichten van service en onderhoud daaraan.
Zij is daarom aansprakelijk voor de schade die de veehouder als gevolg daarvan
leed.

Wat was er aan de hand? Toen de veehouder in 2011 besloot
om een nieuwe, hypermoderne ligboxenstal te bouwen, is tussen hem en het
landbouwmechanisatiebedrijf onderhandeld over de inrichting van die nieuwe
stal. Uiteindelijk bestelde de veehouder niet alleen een volautomatisch
melksysteem (melkrobot) met drie boxen, maar ook een voerrobot, mestrobot en
stalinrichting inclusief montage. Bovendien werd afgesproken dat het onderhoud
aan de melkrobot verricht zou worden door het landbouwmechanisatiebedrijf op
basis van het meest uitgebreide servicecontract.

Uiteindelijk is de melkrobot op 10 december 2013 in
gebruik genomen.

Vervuiling
melkstroomsensoren door ontbreken zeefjes

Vanaf maart 2014 begon het celgetal in de melk sterker te
stijgen en kregen diverse koeien uierontstekingen. Vanaf eind april 2014 nam
het aantal gevallen van uierontsteking drastisch toe, waarna de problemen hun
hoogtepunt bereikten begin juni 2014. Op dat moment kampte meer dan één derde
deel van de koeien bij de boer met zeer ernstig uierontsteking. Die
ontstekingen waren zo heftig dat zij geregeld leidden tot het ‘springen’ van
uiers door de vele druk die erop stond. Uiteindelijk heeft de boer hierdoor
zo’n 17 koeien verloren. Onnodig te zeggen dat deze dramatische gebeurtenissen
een enorme impact hadden op de psychische staat van de boer.

Ondertussen kwam de dealer nog regelmatig op het bedrijf.
Niet alleen monteurs, maar ook in de persoon van de directeur. Steeds heeft de
veehouder melding gemaakt van de vele ernstige gevallen van uierontsteking en
dat hij vermoedde dat de oorzaak van de problemen gelegen was in de melkrobot.
De dealer wimpelde dit echter af, terwijl de veehouder druk bezig was om andere
mogelijke oorzaken uit te sluiten.

Begin juni 2014 constateerde de veehouder dat volgens de
data van de melkrobot een koe volledig leeggemolken zou zijn, maar dat dit in
werkelijkheid niet het geval was. Toen bleek dat de melkstroomsensoren vervuild
waren, zodat de melkstroom niet (goed) gesignaleerd werd. Als gevolg hiervan
werden melkbeurten vroegtijdig gestaakt of werd door de computer niet opgemerkt
dat een koe niet goed aangesloten was, zodat koeien niet (goed) leeggemolken
werden. De sensoren zijn toen gereinigd en er zijn zeefjes geplaatst voor de
melkstroomsensoren om te voorkomen dat de sensoren opnieuw vervuild raakten.
Daarmee was het probleem opgelost.

De dealer erkent dat de problemen voorkomen hadden kunnen
worden als zij de zeefjes al bij installatie en montage van de melkrobot
geplaatst had. Die zeefjes zouden echter niet standaard geleverd worden, maar
slechts een ‘extra optie’ zijn.

De rechter neemt het de dealer kwalijk dat zij niet al
voorafgaand aan de plaatsing van de robot aan de veehouder voorgesteld heeft om
zeefjes te plaatsen en dat zij pas in juni 2014 de zeefjes alsnog geplaatst
heeft. Dit terwijl in de offerte van de desbetreffende melkrobot expliciet
vermeld werd dat een goede uiergezondheid verzekerd was. Daarbij komt nog dat
de dealer op 23 april 2014 de eerste reguliere onderhoudsbeurt uitgevoerd heeft
en daarbij niet gezien heeft dat de melkstroomsensoren vervuild waren, ondanks
alle uiergezondheidsproblemen die zich op dat moment voordeden en het feit dat
volgens de onderhoudsvoorschriften van de fabrikant de sensoren gecontroleerd
hadden moeten worden.

Versleten slangetje

In augustus 2014 nam het aantal uierontstekingen weer
toe. Er bleek lucht in het slangetje te zitten dat zorgt voor de toevoer van
ontsmettingsmiddel (Romit) om de uiers te reinigen. De veehouder zag dit en
wees de onderhoudsmonteur hierop, waarna bleek dat het slangetje compleet
versleten (en dus lek) was als gevolg waarvan het reinigingsmiddel niet goed
aangezogen werd. Na het vervangen van dit slangetje nam het aantal
uierontstekingen af. De dealer werd verweten het slangetje niet op tijd
vervangen te hebben, terwijl er een maand eerder nog een onderhoudsbeurt
uitgevoerd was.

Eind september 2014 was weer sprake van een toename van
het aantal uierontstekingen. Het kapje van het Romit pompje bleek niet goed
teruggeplaatst door de servicemonteur nadat hij het Romit slangetje vervangen
had zodat opnieuw lucht gelekt werd. Nadat dit verholpen werd, nam het aantal
uierontstekingen definitief af.

Als gevolg van dit alles heeft de boer zo’n 13 koeien
moeten afvoeren.

Volgens de dealer was het slangetje vervangen conform de
onderhoudsvoorschriften en had de boer eerder moeten merken dat het slangetje
versleten was. De rechter ging hier niet in mee. Daarbij was van belang dat de
dealer geen logboek bijhield zodat niet gecontroleerd kon worden wanneer het
bewuste slangetje voor het laatst vervangen was. De rechter oordeelt
uiteindelijk dat de dealer tekortgeschoten is in het vereiste onderhoud door
niet tijdig het Romit slangetje te vervangen. Het kon de boer niet verweten
worden dat pas na twee weken opgemerkt werd dat het slangetje versleten was.

Niet afgeslepen
draadeinden

Naast dit alles kampte een groot deel van de melkkoeien
met klauwproblemen. Die problemen bleken veroorzaakt te worden doordat bij het
verleggen van de route van de mestrobot, balken op de stalvloer verplaatst
waren en de monteur daarbij vergeten was de draadeinden van de
bevestigingsmoeren af te slijpen. Zodoende konden de melkkoeien steeds, wanneer
zij uit de melkrobot kwamen, op de uitstekende draadeinden stappen met ernstige
klauwproblemen tot gevolg. Die uitstekende draadeinden waren niet zichtbaar
door de gebrekkige werking van de, eveneens door de dealer geleverde, mestrobot
die steeds de zijkanten vol smeerde. Uiteindelijk liep zo’n 60% van het koppel
kreupel en heeft de boer 10 koeien moeten afvoeren.

De rechter oordeelt dat de dealer aansprakelijk is voor
het grootste deel van deze schade omdat het verplichting van de dealer was om
de werkzaamheden zorgvuldig uit te voeren.

Kleppenblokken

In de zomer van 2016 ontdekte de dealer tijdens het
uitvoeren van een onderhoudsbeurt dat een kleppenblok gescheurd was, zodat sprake
was van een lager vacuüm (er werd lucht gelekt) en de koeien wederom niet goed
leeggemolken werden. In plaats van dit direct te melden aan de veehouder (zoals
had gemoeten i.v.m. de gezondheidsrisico’s), kwam zij pas anderhalve maand
later terug om dit kleppenblok te vervangen. Pas toen lichtte zij de veehouder
in, die inmiddels al weer geruime tijd te maken had met ernstige gevallen van
uierontsteking. Toen de boer vervolgens ook de andere twee kleppenblokken
controleerde, kwam hij erachter dat ook die gescheurd waren (in één zat zelfs
een gat). De dealer had dit niet gezien, terwijl zij die kleppenblokken volgens
de onderhoudsvoorschriften had moeten controleren. Uiteindelijk heeft ook dit
de boer de nodige koeien gekost.

Geoordeeld werd door de rechter dat, aangezien de dealer
moet instaan voor de deugdelijkheid van de door haar aan de boer geleverde
zaken, het feit dat de kleppenblokken al na relatief korte tijd na
ingebruikname van de melkrobot scheurden, voor haar rekening en risico komt.

Eigen schuld van de
boer

De dealer voerde nog aan dat de gezondheidstoestand van
de koeien te wensen over zou hebben gelaten toen zij de stal betraden, maar de
rechter ging daar niet in mee.

Conclusie rechtbank

De rechtbank komt uiteindelijk tot de conclusie dat de
dealer aansprakelijk is voor de door de boer geleden schade, zij het dat deze aansprakelijkheid
op grond van algemene voorwaarden beperkt wordt tot de directe schade, dat is
de vermogensschade die direct wordt veroorzaakt door de schadeveroorzakende
gebeurtenissen. Het is nu aan de veehouder om die directe schade te laten
berekenen door een schade-expert, waarna de dealer daarop mag reageren.

Meer weten? De uitspraak is (geanonimiseerd) gepubliceerd
(http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2018:5170)
of neem contact op met mr. Annemijn Dijkstra (adijkstra@gvk-advocaten.nl of 088
888 66 50).